donderdag 12 juni 2014

Het Gingerbestaan

‘De Ginger’. Het is een fenomeen. Er gaan zoveel verhalen rond over gingers, ik heb ze zelf nog niet eens allemaal gehoord. We hebben geen ziel, smelten in de zon, sterven uit, worden niet grijs, hebben een lage pijngrens door een andere samenstelling van endorfine, hebben voor elke ontvangen sproet een ziel gestolen en zo kan ik nog even doorgaan. Het begon allemaal bij aflevering 911 van de animatieserie Southpark.
 

“Eric Cartman houdt een spreekbeurt die in feite neerkomt op een haatspeech tegen roodharigen met een bleke huid en sproeten, de Gingers (Engelse benaming voor roodharigen). Volgens hem zijn roodharigen dom, lelijk, gemeen, hebben ze geen ziel, en kunnen ze niet tegen daglicht, net als vampiers. Bovendien zouden roodharigen 's nachts kinderen ontvoeren. Wanneer Kyle zegt dat hij rood haar heeft en prima overdag kan rondlopen, zegt Cartman dat er ook zogenaamde 'daywalkers' bestaan: roodharigen die daglicht kunnen verdragen. Ondanks pogingen van Kyle om het tegendeel te bewijzen, blijken de meeste mensen een hekel aan roodharigen te hebben, en leidt Erics haatspeech tot discriminatie en pesterijen tegen roodharigen. Zo mogen roodharigen niet meer in de cafetaria eten en worden ze gepest op de speelplaats.” (bron: Wikipedia)

South Park. Een met meerdere Emmy Awards bekroonde Amerikaanse satirische animatieserie
Het lijkt mij goed om een klein beetje uitleg te geven. Er zijn namelijk mensen die niet snappen hoe het zit met bijvoorbeeld sproeten. (Maakt niet uit, ik heb gisteren pas geleerd waar de Achterhoek ligt, ieder z’n ding) De gestelde vragen komen vaak vanuit kinderen die van hun ouders nooit hebben geleerd dat ze aan enge mensen geen moeilijke vragen moeten stellen. Het overkomt me namelijk regelmatig dat er zo’n kind komt aangewaggeld, dat het me eens grondig bestudeert, me vrij dom aankijkt en uiteindelijk vraagt: “Hé, waarom heb jij vlekken?”

Sproeten

Ik weet dat er ook mensen zijn die niet meer de kinderlijke vrijmoedigheid hebben maar eigenlijk ook niet weten hoe het zit. Bij deze dus de kinderuitleg voor iedereen: “Nee, dat zijn geen vlekken. Dat zijn sproeten. Ik ben daar niet mee geboren, ik krijg ze door de zon. Jij wordt bruin door de zon, ik ook, maar ik wordt niet overal bruin maar alleen op bepaalde plaatsen, dat komt door de ongelijke verdeling van pigment.” De meeste kinderen zijn voor ik klaar ben met mijn uitleg allang weer afgehaakt, maar ik ben blij dat jullie al tot hier hebben doorgelezen. Dan kunnen er namelijk ook nog wel een aantal leuke feitjes bij: sproeten zijn één van de zeven schoonheden, de hoeveelheid sproeten die je kan krijgen is genetisch vastgesteld en sproeten kennen een symmetrische verdeling. Mijn linkerarm zou dus net zoveel sproeten moeten tellen als mijn rechterarm. (Als iemand wil komen tellen, reserveer zo’n 24 uur. Wees welkom.)

Mijn haar is dikker dan dat van andere mensen. In Europa is ongeveer 4% van de bevolking roodharig. Op wereldniveau is dat minder dan 1%. Mijn kapper vertelde me vroeger altijd dat mijn haar kastanjebruin was, hier heb ik jaren heilig in geloofd. Dit kan ze hebben gedaan om me te willen beschermen of ze snapte het gewoon niet helemaal. Maar op een dag keek ik eens goed in de spiegel en zag ik toch echt dat mijn haar rood was. Hartstikke rood. Het was een schok, maar ik ben er overheen gekomen. 


Is je haar ongesteld?
“Ben je vroeger weleens met je haar gepest?” Dat is ook een vraag die me regelmatig wordt gesteld. Nee, gelukkig niet. Waarschijnlijk was iedereen zo druk met het verwerken van de vele woorden die ik spreek en het selecteren van de enigszins zinnige gedeeltes in mijn woordenwaterval dat daar niet eens de mogelijkheid toe is geweest. Daarnaast is het ook helemaal niet leuk om mij te pesten, ik heb toch geen ziel. Er zijn wel originele grappen waarvan ik het genoegen had ze te mogen aanhoren: “Heb je onder een parasol met gaatjes gezeten?”, “Is je haar ongesteld?”, ja, dat zijn toch mooie dingen die ik kan waarderen.

Nog een paar interessante feitjes dan. Ik ben op de basisschool een keer plat om mijn smoel gevallen tijdens voetbal op het schoolplein. Ik schaafde met mijn gezicht langs een bakstenen muur. Dit had een soort ‘kaasschaaf-effect’ waardoor mijn rechterwang lichtelijk ontveld was. Ik betreur het overigens tot op de dag van vandaag dat daar nooit goede foto’s van zijn gemaakt. Het bovenste laagje van mijn huid en daarmee dus ook mijn sproeten waren verdwenen. Het heeft toen wel zo’n twee jaar geduurd tot mijn sproeten weer terug waren, dat moet er leuk hebben uitgezien. 


Daarnaast ben ik inderdaad iemand die zich elke tien minuten met zonnebrand factor 50 moet insmeren en dan nog in de schaduw moet zitten. En ja, volgens mij word ik wel grijs.

Tot slot. Ik ben blij met mijn gingerbestaan. Ik ben gemakkelijk te herkennen en ik kan een blog over mezelf schrijven met leuke feitjes. Oké, dat was het. Hier nog een mooi plaatje van een aziatische ginger.

Het bestaat: Aziatische Ginger
 
Ik wist ook niet dat het kon. Doei.
         

donderdag 5 juni 2014

Trots

Heb je dat wel eens? Dat je zo trots op iemand bent dat je eigenlijk zin hebt om keihard te gaan janken? Ik heb dat de laatste tijd echt vaak. Toch laat ik dat janken vaak maar achterwege en wel om de volgende redenen:

1. Het is niet echt maatschappelijk gewenst gedrag.
2. Sommige mensen denken nog steeds dat ik stoer ben en dat moet ik zo houden.  
3. Mijn mascara loopt uit.

Ja, ik had het pas bijvoorbeeld nog. Mijn kleine grote zusje deed mee aan de playbackshow in de feesttent bij ons in het dorp. Dat is zo’n tent waar iedereen bier drinkt en de polonaise loopt. Ik zat samen met mijn vader en moeder onbeschaamd op de eerste rij waardoor alle kinderen achter ons niets meer konden zien aangezien de gemiddeld lengte van mijn vader, moeder en mij zo’n 185 centimeter bedraagt. Maar het kon me niets schelen want de openingsact van de avond zou verzorgd worden door mijn zusje en daar wilde ik uiteraard geen seconde van missen. Ik had haar thuis nog wat tips gegeven:

1. Winnen is niet belangrijk en als je niet wint maakt dat niet uit en ligt het sowieso aan de jury.
2. Dans zo strak en groot mogelijk zodat de mensen helemaal achteraan ook zien wat je doet.
3. Niemand weet wat je gaat doen, dus als het verkeerd gaat, gewoon doorgaan, niemand merkt het.
4. Lach tussen het playbacken door zo hard dat je het voelt in je kaken.

Ik zat klaar met de camera en mijn zusje begon met haar act. Ik was van plan het begin te filmen maar ik kwam er halverwege het liedje met open mond en enigszins vochtige oogjes achter dat ik zo verbaasd naar mijn zusje zat te staren dat ik was vergeten de camera überhaupt aan te zetten. Ze stond daar te stralen alsof ze nooit anders had gedaan, prachtig.

Ja, ze won.

Jiska klaar om op te treden
Of dat moment waarop ik echt heel graag wilde winnen met een spel op de Wii maar dat het me gewoon niet lukte omdat mijn zusje beter was. Vroeger liet ik haar weleens winnen omdat het anders zielig was omdat ik toch altijd beter kon tafeltennisen, bowlen, golven, vliegen en waterskieën. Nu moet ik mijn best doen om niet alles te verliezen. Ik houd niet echt van verliezen, maar ik word hier oprecht erg blij van en ben erg trots op mijn grote kleine zusje.

Verandering

Maar hoe komt het dan dat ik dit de laatste tijd zo vaak heb? Dat ik zin heb om te gaan janken omdat ik zo trots ben? Ik zou kunnen aannemen dat de mensen om mij heen veranderd zijn en dat ik dat trotse gevoel daarom vaker heb, maar dat is niet helemaal waar denk ik. De mensen van wie ik houd doen dingen namelijk helemaal niet veel anders dan eerst. Als het niet aan hen ligt, dan moet de oorzaak wel bij mij te vinden zijn. Want wat draait mijn leven eigenlijk vaak om mezelf en wat haal ik daar eigenlijk weinig uit. Als elke zin van mijn levenslied met ‘ik’ begint is er genoeg reden om te huilen maar dat is dan niet omdat ik zo ontzettend trots ben.


Om deze filosofische bui snel een halt toe te roepen en de boel even samen te vatten: Ik ben enorm dankbaar voor de mensen die in mijn leven plotseling voorbij komen, blijven plakken, een punt maken, soms een verschil zelfs, weer weggaan en soms ook weer terugkomen. En ik merk dat als ik wat meer om me heen kijk in plaats van naar mezelf dat ik heel erg trots ben. Dank jullie wel.